Dankzij het gestaag groeiende inzicht dat het niet goden zijn die regelen dat de zon opkomt, dat het regent of bliksemt, dat we ziek worden of dat een kind vroegtijdig overlijdt, kon de bevolking in veel Europese landen zich uiteindelijk bevrijden van religieuze wanen en dwang. Het staat nog steeds ieder individu vrij om te blijven geloven in ‘heilige verhalen’ over goden, maar in de gehele ‘westerse’ wereld bepaalt geen enkele religie, via wetten, via de staat of anderszins, hoe anders- of niet-gelovigen moeten leven. Die vrijheid van levenswijze is een groot goed.
Vrijheid beperkt
Die vrijheid is lang niet compleet. In diverse Nederlandse gemeenten zijn religieuze opvattingen doorgedrongen tot lokale regelgeving; te denken aan beperking van openingstijden of festiviteiten op zondagen. Op reformatorische scholen is er drang om homoseksualiteit te ‘verbieden’. Nieuw is dat organisaties of instellingen soms het gebruik van alcohol beperken of juist verplichten tot halal/koosjere voeding; dit gebeurt vrijwillig, maar wel onder invloed van religieuze aandrang. Bedenkelijk.
Krenking religieuze gevoelens
Begin november 2020 ontstond er discussie over een eventuele inperking van de vrijheid van meningsuiting, daar waar het zou kunnen leiden tot krenking van religieuze gevoelens; in concreto zou het ‘beledigen’ van de islamitische hoofdprofeet verboden moeten worden. Dus religieuze dwang wil nu niet ons doen en laten voorschrijven, maar ons denken, althans de wijze waarop we daar uiting aan mogen geven. Dat zou een fikse terugval in beschavingsniveau betekenen en dient met kracht afgewezen en bestreden te worden. De oproep op inperking kreeg gelukkig geen poot aan de grond.
Misbruik strafbaar
Misbruik van de vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld door doelbewust te beledigen, is strafbaar.
Misbruik van de vrijheid van godsdienst, bijvoorbeeld door ook anderen (de praktische consequenties van) dat geloof in goden proberen op te dringen, zou dat eveneens moeten zijn.