Tijdens de jaarwisseling van 2016 op 2017 gebeurde het weer: hulpverleners werden aangevallen of lastiggevallen. Volstrekt onaanvaardbaar, vooral als het gaat om een ziekenbroeder die op straat iemand aan het helpen is. Strengere straffen (drie tot vier keer zo zwaar als bij ‘gewoon’ geweld) lijkt niet veel uit te maken.
Hulpverleners in soorten
Misschien een goed idee om ‘geweld tegen hulpverleners’ nader te omschrijven. Het kan helpen om onderscheid te maken tussen ambulancepersoneel, brandweerlieden en politieagenten. Dat kan zorgen voor een betere acceptatie en het respecteren van het geweldsverbod.
• Om ambulancepersoneel lastig te vallen kan nooit een goede reden zijn. Een strafmaat van bijvoorbeeld 10.000 euro boete (óók voor wie arm is) en/of bijvoorbeeld drie maanden cel (juist voor wie rijk is) kan echt afschrikken.
• Ook brandweerlieden hoort niemand lastig te vallen. Maar als zij in de oudejaarsnacht een relatief onschuldig fikkie blussen, kunnen enkele verwensingen niet direct als misdrijf worden aangemerkt. Belagen met voorwerpen of vuurwerk is uiteraard ontoelaatbaar.
• Politieagenten moeten letterlijk en figuurlijk enkele klappen kunnen opvangen. Duwen en trekken is vaak hun werk, en daar vallen soms rake klappen bij. Over een enkel klapje terug of wat lelijke woorden zouden ze niet moeilijk moeten doen. Maar ook hier is gooien met wat dan ook direct strafbaar.
Dit soort strafmaten zal iedereen herkennen als rechtvaardig, zelfs de grootste onbenul – al was het maar naderhand.