De afgrijselijke oorlogsellende in Gaza, aangrijpend gepresenteerd in vele media, kan zozeer op het gemoed werken dat je besluit het nieuws erover niet meer te volgen, al dan niet in combinatie met stug volgehouden sympathie voor één van de strijdende partijen. Voor een weldenkend burger is dat geen verstandige keuze, omdat een oplossing – welke dan ook – van het conflict van buitenaf zal moeten komen.
Het conflict tussen ‘Israeliërs’ (althans degenen die nu aan de macht zijn) en ‘Palestijnen’ (maar ook hier lang niet alle) is bijzonder complex. Er spelen argumenten en overtuigingen van historische, politieke, culturele én van religieuze aard. De religieuze overtuigingen werken bovendien door in geografische aanspraken, omdat sommige Joden menen recht te hebben op bepaalde regio’s.
Oplossing van buitenaf
Voor de noodzaak tot een oplossing van buitenaf, dus afkomstig van de wereldgemeenschap, zijn twee redenen. Namelijk 1) de strijdende partijen zijn er zelf van overtuigd dat ‘ze er niet uitkomen’ en 2) de wording van het conflict ontstond ook door sterke invloeden van buitenaf.
De ‘wording van het conflict’ is hier een lastig begrip. Sommigen willen daarbij niet verder terug denken dan 7 oktober 2023. Anderen grijpen terug op grootschalige conflicten uit 1973 of 1967. Een markant jaar is ook 1948, toen de staat Israel de eigen zelfstandigheid uitriep. Wie wil, kan nog honderden of duizenden jaren verder terug in de tijd gaan, toen er koninkrijkjes van diverse aard bestonden in wat we nu Palestina noemen.
Het lijkt daarom niet zinvol om één van deze periodes uit het verleden aan te roepen voor het bepalen van een soort nul-situatie die zou kunnen dienen als referentie voor wat ‘normaal’ of acceptabel of nastrevenswaardig is. Beter is het om te bezien welke krachten er werkzaam zijn geweest die de huidige conflictueuze situatie hebben doen ontstaan. En te kijken naar krachten die hier een einde aan zouden kunnen maken.
Westers, koloniaal
Het is niet fijn om te erkennen, maar wie onbevangen kijkt, zal zien dat een primaire bron van de huidige conflicten in het gehele Midden-Oosten gelegen is in een soort ‘Westerse, koloniale arrogantie’ van waaruit ruim honderd jaar geleden werd bepaald dat Joden een eigen plek om te wonen mochten krijgen. Dat er op die plek al anderen woonden, werd aanvankelijk wel als probleem gezien, maar is naderhand toch gewoon genegeerd.
De hier genoemde ‘Westerse arrogantie’ bestaat uit twee delen. Het eerste is de Balfour-verklaring uit 1917. Hierin beveelt de Engelse regering aan om Joden een eigen ‘thuisland’ (een “national home”) te geven in Palestina. Deze verklaring was sterk beïnvloed door de internationale zionistische beweging, maar noemde wel dat de rechten van de toenmalige bewoners van Palestina geëerbiedigd moesten worden. Hieraan vooraf ging in 1916 een onderonsje van West-Europese mogendheden om het grondgebied van het onttakelde Ottomaanse rijk onderling te verdelen in invloedssferen, waarbij er op een tekentafel grenzen werden getrokken.
Een tweede vertoon van arrogantie liep in 1947 via de Verenigde Naties (VN), toen nog sterk gedomineerd door westerse landen. Met Resolutie 181 bepaalde de VN dat het Britse mandaatgebied Palestina zou worden opgedeeld in een gebied voor Joden en een gebied voor de Palestijnen. Aardig bedacht, maar in Palestina bleek amper draagvlak voor dit plan. Omdat zich toch reeds veel Joden vanuit de hele wereld zich er vestigden, groeide de weerstand en ontstond er oorlog – die in zekere zin tot vandaag duurt. Voor zionisten was dit een reden om in 1948 eenzijdig de onafhankelijkheid van de nieuw te stichten staat Israel uit te roepen.
Holocaust
Naast koloniale arrogantie, speelde voor westerse mogendheden in 1947 ook een soort schuldgevoel mee. Een schuldgevoel over wat Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is aangedaan: de Holocaust. Dit was, naast het lobbywerk van de al langer bestaande zionistische beweging, voor Europese landen een reden om Joden ‘een eigen thuis’ te gunnen.
Triest genoeg dringt zich hier een beeld op van een krachtig koekoeksjong: de Joden kregen een eigen ‘thuisland’ in Palestina, maar riepen een eigen staat uit en werkten de bestaande bewoners gestaag het nest uit.
Voor Engeland en andere (voormalige) grootmachten ligt er nu een taak om het mede door eigen besluitvorming ontstane conflict tot een einde te brengen. Probleem is dat die mogendheden nu relatief minder politieke macht hebben. Ook militair is Israel niet meer tot de orde te roepen, zo enig van deze mogendheden dat al zou willen. De politieke macht van de Verenigde Naties wordt door Israel al lang genegeerd en zelfs geminacht.
Luide roep om vrede
Hoe kan er nog een einde komen aan het actuele moorden en de ‘eeuwige vijandschap’? Misschien is de enige mogelijkheid: een steeds luidere roep vanuit de hele wereld door alle mensen met een vredelievende inborst. Die roep om vrede, vanuit heel gewone menselijke gevoelens, zou dan wel politieke vertaling moeten krijgen. Het is de moeite waard!